Het Geheime Schoolplein

Het Geheime Schoolplein

Elke dag verdwijnen er tijdens de pauze kinderen voor een paar minuten, maar niemand weet waarheen. De nieuwsgierige Juna volgt haar klasgenootje en ontdekt een onzichtbare poort naar een wereld waar lessen worden gegeven door pratende dieren. Maar kunnen ze op tijd terugkeren voor de bel?

Het verhaal

Hoofdstuk 1 – Een Rare Verdwijning

Op een gewone maandagmorgen stond Juna in de rij op het schoolplein. Haar rugzak zat vol stiften, een boterham met pindakaas en een appel die ze eigenlijk niet lekker vond. De zon scheen zachtjes op haar gezicht terwijl de juf het schoolgebouw opende.

Juna zat in groep drie van basisschool De Regenboog. Alles was daar eigenlijk… gewoon. Totdat er iets vreemds begon te gebeuren.

Het begon vorige week, toen Mees plotseling verdween tijdens de pauze. Niemand had hem gezien, en toen de bel ging, zat hij weer vrolijk in de kring met een wortel in zijn hand. Waar kwam die wortel vandaan? Niemand wist het. En Mees zei alleen maar: “Ik heb hem gekregen van een eekhoorn.” Daarna lachte hij geheimzinnig.

De volgende dag was Noor ineens verdwenen. Ook zij kwam terug nét op tijd voor de bel. Ze had modder op haar schoenen en rook een beetje naar… hooi?

Juna vond het allemaal veel te spannend om te negeren. “Waar gáán ze toch naartoe?” fluisterde ze in zichzelf.

Hoofdstuk 2 – De Poort

Op woensdag besloot Juna het uit te zoeken. Ze hield haar ogen open tijdens de pauze. Kinderen renden, touwtjesprongen en voetbalkten. Maar Juna hield één iemand goed in de gaten: Bram.

Bram had een glinstering in zijn ogen. Hij liep niet naar de schommel zoals altijd, maar naar de oude eikenboom in de hoek van het plein. Juna sloop achter hem aan, haar hart bonkte in haar borst.

Toen gebeurde het.

Bram keek even achterom, en verdween. Zomaar, ineens. Alsof hij door de lucht werd opgezogen.

“Wááát?” fluisterde Juna. Ze rende naar de boom, maar daar was niets. Alleen gras en de geur van herfstbladeren. Ze stapte dichterbij… en ineens voelde het alsof ze in een zachte wolk stapte.

De wereld draaide om haar heen, haar buik kriebelde, haar ogen knepen dicht.

En toen… stond ze ergens anders.

Hoofdstuk 3 – De School van Dieren

Voor haar stond een groot, vrolijk gebouw gemaakt van takken, bladeren en glanzende stenen. In plaats van ramen hingen er draden van bloemen. Op het bord bij de ingang stond in krullerige letters:

De Grote School van Dierenwijsheid

Juna keek om zich heen. Ze stond op een open plek in een bos vol pratende dieren. Een uil met een bril riep: “Kom binnen, de les begint zo!” Kinderen uit haar klas zaten op boomstronk-stoelen. Mees zwaaide vrolijk. “Juna! Je hebt het gevonden!”

“Wat is dit?” fluisterde Juna.

Een konijn met een krijtje in zijn poot sprong op een grote paddenstoel. “Welkom bij rekenles!” piepte hij. “Vandaag tellen we noten, dennenappels en sterren!”

De kinderen lachten. Een egel rolde een mand met dennenappels naar voren.

“Maar… de bel gaat straks!” fluisterde Juna ongerust.

De konijn-juf glimlachte. “Tijd gaat hier anders. Eén uur hier is maar één minuut daar. Geen zorgen, je mist niets.”

Hoofdstuk 4 – De Les van de Uil

Na rekenen kwam natuurles van de wijze uil, meester Ubra.

Hij spreidde zijn vleugels en wees naar een grote kaart van het bos. “Weten jullie waarom bladeren vallen in de herfst?”

Juna stak haar vinger op. “Zodat de boom kan rusten?”

“Precies!” knikte meester Ubra tevreden. “En in de winter slaapt het bos. Alles heeft zijn tijd.”

Juna voelde zich warm vanbinnen. Deze school was anders. Hier mocht je vragen stellen, dromen, voelen.

Na de les kregen ze sap uit bloemen en koekjes in de vorm van eikels.

“Dit is de beste school ooit,” zei Bram, zijn mond vol.

Maar toen klonk er ineens een diepe, dreunende bel.

DONG… DONG…

“Wat is dat?” riep Juna.

Alle dieren keken op. “De Tijdsklok,” fluisterde de egel. “Als die driemaal luidt, sluit de poort.”

Hoofdstuk 5 – Rennen!

DONG…

“Kom op!” riep Juna. Ze greep Bram en Mees bij hun hand.

DONG…

Ze renden door het bos, over paddenstoelen, langs zingende bloemen en een slapende vos.

DONG…

Net toen de laatste dreun wegebde, sprongen ze door de nevelige lucht – POEF! – en stonden ze weer op het schoolplein, precies toen de echte bel ging.

Niemand had iets gemerkt.

Behalve Noor, die hen een knipoog gaf.

Hoofdstuk 6 – Het Geheimpje

Die middag zat Juna met haar boterham op het bankje. Ze keek naar de oude eik en glimlachte.

“Ga je morgen weer?” vroeg Bram zachtjes.

“Misschien,” grijnsde Juna. “Ik wil de muziekles van de zingende schildpad niet missen.”

Ze hield haar vinger tegen haar lippen. “Maar niemand mag het weten. Het is ons geheim.”

En zo gingen ze elke dag eventjes op avontuur — leren van de dieren, luisteren naar verhalen van mieren, schilderen met mottenstof en dromen tussen de bloemen.

Niemand op school wist het.

Behalve de kinderen die écht keken.

En natuurlijk… Juna.

Hoofdstuk 7 – De Muziekles van de Schildpad

De volgende dag kon Juna nauwelijks stilzitten in de kring. Ze telde de minuten tot de pauze. Toen de bel eindelijk ging, rende ze meteen naar de eik, samen met Bram, Mees én Noor. Eén voor één stapten ze door de onzichtbare poort.

Woeeshhh…

De lucht kriebelde weer rond haar wangen. Ze landden zachtjes in het bos, waar ze al werden opgewacht door een schildpad met een gouden muziekinstrument op zijn rug.

“Ik ben meester Toet,” bromde de schildpad langzaam. “Vandaag leren jullie luisteren met je hart.”

Hij blies zachtjes op een holle rietfluit. Er kwam geen geluid uit, maar Juna voelde ineens een warme gloed in haar buik. Daarna hoorde ze iets dat leek op zingende regendruppels, en de wind die door de bladeren fluisterde.

“Dat is… prachtig,” fluisterde Noor.

“Het is muziek die je niet met je oren hoort,” zei meester Toet, “maar met je ziel.”

De kinderen kregen elk een klein muziekinstrument gemaakt van natuurlijk materiaal. Juna kreeg een harp van spinnenweb en boomschors. Ze plukte een snaar en hoorde het geluid van een ritselende herfstnacht.

Ze oefenden, lachten en maakten een lied dat klonk als de ochtend in het bos.

“Denk eraan,” zei meester Toet, “muziek is overal, als je maar stil genoeg bent om het te horen.”

Hoofdstuk 8 – De Donkere Schaduw

Net toen ze wilden vertrekken, werd de lucht plots donker. De bomen ritselden onrustig en de dieren hielden hun adem in.

“Wat is er aan de hand?” fluisterde Bram.

Een muis kwam aanrennen. “De Tijdklok is van slag! De poort naar jullie wereld sluit over… twintig ademhalingen!”

“Wat?! Dat is veel korter dan normaal!” riep Mees.

“De balans is verstoord,” zei de uil ernstig. “Er is iemand die probeert de poort voorgoed te sluiten.”

Uit de schaduwen kwam een vreemd wezen gekropen: een magere vos met doffe ogen en een klok in zijn bek.

“Ik ben Vederik, bewaker van vergeten tijden,” siste hij. “Jullie mensenkinderen verstoren de rust van deze wereld. Het is tijd om jullie buiten te sluiten.”

“Maar we willen leren! Spelen! Samen zijn!” riep Juna dapper. “We doen niemand kwaad.”

De dieren vormden een kring rond hen. De egel, de konijn-juf, meester Ubra en zelfs meester Toet kwamen dichterbij.

“Kinderen met open harten horen bij deze wereld,” zei de uil streng.

De dieren begonnen samen te zingen — zachtjes, met tonen uit de natuur. Juna voelde haar harp trillen. Ze sloot haar ogen en speelde mee.

Het lied zwol aan tot een warme golf van licht. Vederik sprong op, draaide rond, en verdween met een plop! in een wolkje rook.

De Tijdklok tikte weer normaal.

DONG…

De eerste slag.

Hoofdstuk 9 – Terug, maar niet Vergeten

“Rennen!” riep Mees.

Juna pakte haar harp stevig vast. Ze renden door de poort, net op tijd voor de laatste DONG… weerklonk.

Ze stonden weer op het schoolplein. Alles was zoals het was. De kinderen speelden, de juf riep: “Binnenkomen, allemaal!” En niemand merkte iets.

Behalve de vier kinderen die net een wereld gered hadden.

In de klas keek juf Anne hen even aan, alsof ze iets vermoedde. Ze glimlachte. “Jullie stralen,” zei ze.

“Gewoon een leuke pauze,” antwoordde Juna geheimzinnig.

Die avond thuis zat ze aan tafel met haar ouders.

“Wat heb je vandaag geleerd?” vroeg haar moeder.

Juna dacht aan meester Toet, de uil, en de muziek van de wind.

“Dat luisteren soms belangrijker is dan praten,” zei ze zacht.

Haar moeder knikte. “Dat is een mooie les.”

Hoofdstuk 10 – De Herinnering blijft

De dagen gingen voorbij, maar het geheime schoolplein bleef bestaan. Soms verdwenen kinderen een paar minuten tijdens de pauze. En soms kwamen ze terug met een veer in hun haar, een glimlach die niemand kon uitleggen, of modder aan hun knieën.

Juna, Mees, Bram en Noor bleven leerlingen van twee scholen: de gewone, en de geheime.

Ze leerden over sterren van een das, over moed van een mier, en over vriendschap van een kraai die kon tekenen met zijn snavel.

En altijd, als de poort openging, klonk in de verte een melodie van een harp, gemaakt van spinnenweb en boomschors.

Want sommige lessen zijn te bijzonder om alleen in boeken te staan.

En sommige geheimen… zijn te mooi om te vergeten.

back to top