Het Geheim van de Gouden Appelboom

Het Geheim van de Gouden Appelboom

In een ver land staat een appelboom die gouden appels draagt, maar niemand weet wanneer ze zullen rijpen. Een arme boer ontdekt het geheim van de boom en moet het beschermen tegen dieven die het goud willen stelen.

Het verhaal

Hoofdstuk 1: De Ontdekking van de Boom

In een klein dorpje aan de rand van een groot bos woonde een arme boer genaamd Finn. Hij had weinig bezittingen, slechts een paar kippen en een klein stukje land waar hij wat groenten verbouwde. Op een zonnige ochtend besloot Finn dieper het bos in te gaan om wat bessen te plukken. Terwijl hij door de bomen dwaalde, kwam hij op een open plek waar een oude, bijzondere boom stond.

De boom had dikke takken die zwaar hingen, en tussen het groene gebladerte zag Finn iets schitteren. Toen hij dichterbij kwam, zag hij met grote ogen dat de boom appels droeg, maar niet zomaar appels: het waren gouden appels! Ze glinsterden zo fel dat Finn bijna niet kon geloven wat hij zag.

Hoofdstuk 2: Het Geheim van de Boom

Finn plukte voorzichtig een gouden appel en hield hem in zijn handen. De appel voelde zwaarder dan een normale appel en glom als echt goud. Net toen hij wilde weglopen met zijn vondst, hoorde hij een zachte stem. Het leek wel of de boom zelf tegen hem sprak.

“Finn,” fluisterde de stem. “Niet iedereen mag mijn gouden appels plukken. Slechts één keer per jaar rijpen mijn appels, en alleen degene met een zuiver hart mag ze plukken.”

Finn begreep meteen dat hij een groot geheim had ontdekt. Hij voelde dat het zijn plicht was om de boom en zijn appels te beschermen, zodat hebzuchtige mensen ze niet zouden stelen.

Hoofdstuk 3: De Boze Koopman

Finn keerde terug naar het dorp, maar hij hield zijn ontdekking geheim. Toch viel het de mensen al snel op dat Finn er wat beter uit begon te zien. Hij had nieuwe schoenen gekocht en zijn huisje opgeknapt. Er ging al gauw een gerucht door het dorp dat Finn een schat had gevonden.

Een rijke, maar hebzuchtige koopman genaamd Marius hoorde ook van het gerucht en werd nieuwsgierig. Marius kon het niet verdragen dat een arme boer als Finn zomaar rijk zou worden. Hij besloot Finn te volgen om achter zijn geheim te komen.

Hoofdstuk 4: De Onverwachte Gast

Op een avond stond Marius plotseling voor Finns deur. “Hallo, Finn,” begon de koopman met een sluwe glimlach. “Ik hoorde dat je rijkdom hebt gevonden. Vertel me je geheim, dan kan ik je helpen en delen we de schat.”

Finn voelde een koude rilling over zijn rug lopen, want hij wist dat Marius het alleen om zichzelf deed. “Ik heb gewoon hard gewerkt,” antwoordde Finn. “Er is geen geheim te delen.”

Marius geloofde hem niet en vertrok, maar Finn voelde dat dit niet het einde was. Hij wist dat hij de gouden appelboom nog beter moest beschermen.

Hoofdstuk 5: De Nachtelijke Wacht

Vanaf die avond ging Finn elke nacht naar de boom om hem te bewaken. Hij bracht een deken mee en sliep onder de takken van de gouden appelboom, klaar om iedereen tegen te houden die de boom zou willen schaden.

Op een nacht hoorde hij geritsel in de struiken en zag hij een schaduw naderen. Het was Marius, die met een zak en een scherpe hakbijl naar de boom kwam. Finn sprong op en riep: “Stop! Deze boom en zijn appels zijn niet voor jou, Marius.”

Marius schrok, maar herstelde zich snel. “Wie denk je wel dat je bent, om mij tegen te houden?” snauwde hij. “Die appels horen mij toe, ik zal ze nemen!”

Hoofdstuk 6: De Toets van de Boom

Net toen Marius zijn hand naar een gouden appel uitstak, gebeurde er iets magisch. De takken van de boom bewogen als armen en kromden zich om Marius heen, waardoor hij vast kwam te zitten.

De stem van de boom klonk opnieuw, dit keer luider en dreigender: “Alleen degenen met een zuiver hart mogen mijn appels plukken. Hebzucht heeft hier geen plaats.” Marius, die zich nu doodsbang voelde, smeekte de boom om hem vrij te laten en beloofde nooit meer terug te komen.

De boom liet hem gaan, en Marius rende weg, zonder ooit nog naar de boom om te kijken.

Hoofdstuk 7: De Beloning van de Boom

De volgende ochtend werd Finn wakker en zag hij iets wonderlijks. De boom had een mand met gouden appels aan zijn voet geplaatst, alsof hij hem wilde bedanken voor zijn bescherming.

“Neem deze appels, Finn,” fluisterde de boom. “Je hebt bewezen dat je de juiste persoon bent om mijn geheim te bewaren. Deze appels zijn jouw beloning, gebruik ze met wijsheid en vriendelijkheid.”

Finn was dolblij en nam de mand mee naar huis. In de weken die volgden, gebruikte hij de appels om zijn huis te verbeteren, de armen in het dorp te helpen, en zijn leven beter te maken zonder ooit hebzuchtig te worden.

Hoofdstuk 8: Een Nieuw Begin

Het nieuws over de gouden appels bereikte het hele dorp, maar niemand wist waar ze vandaan kwamen. Iedereen bleef vermoeden dat Finn gewoon hard had gewerkt. Hij hield het geheim van de gouden appelboom veilig en keerde elke nacht terug om de boom te bewaken.

De boom bloeide opnieuw, en Finn bleef hem trouw, dag in dag uit. Hij wist dat echte rijkdom niet in goud lag, maar in de vriendschap en het vertrouwen tussen hem en de bijzondere boom die hem in het betoverde woud had uitverkoren.

En zo bleef de gouden appelboom veilig, beschermd door een boer met een zuiver hart, wiens leven nooit meer hetzelfde zou zijn.

back to top