Een jonge schildknaap droomt ervan om een dappere ridder te worden. Maar om zijn moed te bewijzen, moet hij zonder wapens een draak verslaan die het koninkrijk terroriseert. Onderweg leert hij dat ware moed niet altijd met een zwaard komt.
Het verhaal
Hoofdstuk 1: De Droom van een Schildknaap
In een land ver hier vandaan, in een kasteel omringd door groene heuvels en diepe bossen, woonde een jonge schildknaap genaamd Thijs. Thijs droomde er al sinds hij klein was van om een dappere ridder te worden. Elke dag poetste hij de harnassen van de ridders, scherpte hun zwaarden en verzorgde de paarden. Maar diep vanbinnen verlangde hij ernaar om zelf een wapenrusting te dragen en het koninkrijk te beschermen tegen gevaar.
Op een dag hoorde Thijs op de markt fluisteringen over een draak die het koninkrijk terroriseerde. Het beest had dorpen aangevallen en verwoesting gebracht waar het ook ging. De koning had een beloning uitgeloofd voor degene die de draak zou verslaan. Dit was Thijs’ kans om zijn moed te bewijzen en zijn droom te vervullen. Vol vastberadenheid besloot hij dat hij de draak zou verslaan, zelfs als hij daarvoor geen ridder was.
Hoofdstuk 2: Het Bevel van de Koning
Thijs ging meteen naar de koning om zijn plan uit te leggen. Maar toen de koning hem zag, fronste hij. “Een schildknaap? Zonder wapen? Hoe denk je dat je deze draak kunt verslaan?” vroeg de koning verbaasd.
Thijs keek op, zijn ogen glinsterend van vastberadenheid. “Majesteit, ik heb geen zwaard of schild nodig. Ware moed komt niet van wapens, maar van binnenuit. Ik zal de draak zonder angst onder ogen zien.”
De koning keek Thijs een moment lang aan, en hoewel hij aarzelde, zag hij iets in de jongen dat hij bewonderde. Hij gaf hem zijn zegen en stuurde Thijs op weg, met enkel zijn eenvoudige schildknaap kleding en een kleine zak met voedsel. “Wees voorzichtig, Thijs,” zei de koning, “en onthoud dat ware moed ook wijsheid betekent.”
Hoofdstuk 3: Het Donkere Bos
Op zijn reis naar de grot van de draak moest Thijs door een donker en mysterieus bos trekken. De bomen waren hoog en dicht op elkaar gegroeid, waardoor er nauwelijks licht doorheen kwam. Thijs voelde hoe zijn hart sneller begon te kloppen, maar hij herinnerde zichzelf eraan dat hij de Ridder zonder Angst was.
Plotseling hoorde hij geritsel in de struiken. Een reusachtige wolf verscheen en keek hem met scherpe ogen aan. Thijs voelde een rilling van angst door zich heen gaan, maar hij stond stil en keek de wolf rustig aan. Hij herinnerde zich de woorden van de koning: ware moed betekent ook wijsheid.
“Ik ben hier niet om te vechten,” sprak Thijs kalm tegen de wolf. “Ik ben op weg om een draak te stoppen die ons land bedreigt.”
De wolf snoof, maar leek de moed van Thijs te respecteren. Hij draaide zich om en verdween tussen de bomen, en Thijs ging verder, vastberaden om de draak te vinden en te verslaan.
Hoofdstuk 4: De Wijze Uil
Die avond maakte Thijs een klein kampvuur en rustte uit onder de sterren. Net toen hij op het punt stond in slaap te vallen, hoorde hij een zachte stem. Het was een uil die op een tak boven hem zat. De uil keek hem wijs aan en zei: “Jonge schildknaap, waarom zoek jij een draak zonder wapens?”
Thijs legde zijn plan uit, en de uil knikte langzaam. “Moed is inderdaad belangrijk, maar denk eraan dat wijsheid en vriendelijkheid ook kracht zijn,” zei de uil.
De uil vloog weg, maar Thijs dacht lang na over zijn woorden. Misschien zou hij de draak niet kunnen verslaan met brute kracht, maar met de kracht van zijn hart. En met die gedachte viel hij in een diepe slaap.
Hoofdstuk 5: De Grot van de Draak
Na een lange reis kwam Thijs uiteindelijk aan bij de grot van de draak. De ingang was groot en donker, en hij kon het gedempte gebrul van de draak vanuit de diepte horen. Thijs voelde de angst in zijn hart, maar hij herhaalde de woorden van de koning en de uil: ware moed komt van binnen.
Hij stapte de donkere grot binnen, en daar, in het duister, lag de draak. Zijn schubben glinsterden als zwarte edelstenen, en zijn ogen straalden een vurige gloed uit. Thijs’ knieën trilden, maar hij liep dapper naar de draak toe.
“Waarom kom je hier, kleine mens?” gromde de draak.
“Ik ben gekomen om je te vragen het koninkrijk met rust te laten,” zei Thijs, terwijl hij recht in de ogen van het enorme beest keek.
De draak lachte spottend. “En waarom zou ik naar jou luisteren?” vroeg hij met een bulderende stem.
Thijs slikte even en dacht aan de woorden van de uil. “Misschien begrijp ik je situatie niet volledig. Vertel me waarom je zo boos bent op ons koninkrijk.”
De draak keek verbaasd en zweeg een moment. Toen sprak hij met een diepe, treurige stem: “Ik was de beschermer van dit land, maar de mensen hebben mijn bergen omgehakt en mijn rivieren vervuild. Ze hebben me in de steek gelaten.”
Thijs knikte en voelde de pijn in de stem van de draak. “Ik begrijp het. Als jij ons wilt helpen om onze fouten recht te zetten, dan zal ik ervoor zorgen dat het koninkrijk je de eer en het respect geeft die je verdient.”
Hoofdstuk 6: De Overeenkomst
De draak keek diep in de ogen van Thijs en zag dat de jongen het meende. Hij was niet gekomen om te vechten, maar om vrede te sluiten. De draak dacht even na en zei toen: “Als je me kunt beloven dat het koninkrijk mijn bergen en rivieren zal beschermen, dan zal ik het land met rust laten.”
Thijs knikte vastberaden. “Ik geef je mijn woord. Ik zal de koning vragen om jouw wildernis te beschermen en ervoor te zorgen dat je weer trots kunt zijn op ons koninkrijk.”
De draak sloot zijn ogen en leek tevreden. Hij blies een warme adem over Thijs, en in die adem voelde Thijs kracht en wijsheid die hij nooit eerder had gekend. “Ga dan, Ridder zonder Angst,” sprak de draak. “En herinner de mensen aan hun belofte.”
Hoofdstuk 7: Een Held keert terug
Thijs keerde terug naar het kasteel en vertelde de koning en het volk over zijn ontmoeting met de draak. De koning was onder de indruk van Thijs’ moed en wijsheid en hield zijn belofte. Hij stuurde een boodschap naar het hele land dat de bergen en rivieren gerespecteerd moesten worden, en dat niemand de natuur van de draak zou verstoren.
Van die dag af werd Thijs niet alleen bekend als de Ridder zonder Angst, maar ook als de Beschermer van het Land. De mensen leerden dat ware moed niet in zwaarden en schilden zat, maar in het hart en in wijsheid. En elke keer dat er weer een bedreiging opdook, keken ze naar Thijs voor leiding.
Einde
En zo eindigde het verhaal van Thijs, de dappere schildknaap die een ridder werd zonder ooit een zwaard te hoeven gebruiken. De draak en het koninkrijk leefden sindsdien in vrede, en de bergen en rivieren schitterden onder de bescherming van hun nieuwe held.