In een dorp dat alleen ’s nachts leeft, hangt een lantaarn die het maanlicht vangt en het in magie verandert. Maar op een nacht verdwijnt de lantaarn, en een jong meisje moet door een sprookjesachtige wereld reizen om het licht terug te brengen.
Het verhaal
Hoofdstuk 1: Het Dorp van de Nacht
In een bijzonder dorp genaamd Nachtlicht kwam iedereen pas tot leven wanneer de zon onderging. Overdag was het stil en rustig, maar zodra de maan aan de hemel verscheen, stroomden de dorpelingen naar buiten. Op het plein in het midden van het dorp hing een speciale lantaarn aan een oude eik. Deze lantaarn had het vermogen om het licht van de maan op te vangen en het om te zetten in magie, die het hele dorp verlichtte en beschermde.
Lina, een nieuwsgierig meisje van acht jaar, vond de lantaarn fascinerend. Elke avond stond ze op het plein om te kijken hoe de lantaarn oplichtte en het maanlicht in sprankelende patronen door het dorp verspreidde. De lantaarn was het hart van Nachtlicht, en iedereen hield ervan.
Hoofdstuk 2: De Verdwijning van de Lantaarn
Op een heldere avond verzamelde iedereen zich op het plein, zoals ze altijd deden, wachtend tot de lantaarn oplichtte. Maar toen de maan zijn zachte schijnsel over het dorp wierp, gebeurde er iets vreemds. De lantaarn bleef donker. Mensen keken verbaasd en begonnen te fluisteren. Waar was het magische licht?
Lina besloot naar de oude eik te lopen om de lantaarn van dichtbij te bekijken. Tot haar schrik ontdekte ze dat de lantaarn was verdwenen! Ze voelde een rilling over haar rug. Zonder de lantaarn zou Nachtlicht nooit meer hetzelfde zijn. Ze wist dat ze iets moest doen om het licht terug te brengen.
Hoofdstuk 3: De Raadselachtige Raadgever
Lina herinnerde zich dat er in het bos naast Nachtlicht een raadgever woonde, een oude uil genaamd Wodan, die naar verluidt alles wist over magie. Ze trok haar jas aan en sloop het dorp uit, vastbesloten om de lantaarn terug te vinden.
In het midden van het donkere bos vond ze Wodan, die op een lage tak zat. “Waarom ben je hier, Lina?” vroeg hij met een diepe stem toen hij haar voetstappen hoorde.
“De lantaarn is verdwenen, Wodan,” antwoordde Lina. “We hebben het licht nodig. Weet jij waar het is?”
Wodan knikte langzaam en sloot zijn ogen even. “De lantaarn is meegenomen door iemand die zijn kracht voor zichzelf wil,” zei hij zachtjes. “Om hem terug te vinden, moet je naar de Maanvallei reizen, waar de lichtwezens wonen. Zij kunnen je de weg wijzen.”
Lina bedankte Wodan en vertrok meteen, terwijl de maan haar pad verlichtte.
Hoofdstuk 4: De Maanvallei
Na een lange wandeling door het bos kwam Lina aan in de Maanvallei. Het was een betoverende plek vol zilverkleurige bloemen die in het maanlicht glinsterden. Midden in de vallei zag ze een groep lichtwezens, kleine wezens die zelf leken te stralen. Ze kwamen naar haar toe en spraken met zachte stemmen.
“Wij weten waarom je hier bent, Lina,” fluisterde een van hen. “De lantaarn is gestolen door de Schaduwheks. Ze wil het licht gebruiken om de duisternis over het hele land te verspreiden. Maar misschien kunnen wij je helpen om het licht terug te brengen.”
Lina voelde een golf van moed in zich opkomen. “Hoe kan ik de lantaarn terugkrijgen?” vroeg ze.
“Volg het pad van de maanstenen,” antwoordde het lichtwezen. “Zij zullen je naar het kasteel van de Schaduwheks leiden. Wees moedig, Lina, en onthoud dat het licht altijd sterker is dan de duisternis.”
Hoofdstuk 5: Het Pad van de Maanstenen
Lina volgde het pad van de maanstenen, die fel oplichtten in het maanlicht. Het leidde haar door diepe bossen en over kronkelende rivieren. Onderweg voelde ze hoe de lucht kouder werd en een dreigende schaduw zich om haar heen verzamelde. Maar telkens wanneer ze zich angstig voelde, dacht ze aan het dorp en de lantaarn, en voelde ze nieuwe moed.
Eindelijk kwam ze bij een groot, donker kasteel, omringd door een diepe gracht. Dit moest het kasteel van de Schaduwheks zijn. De maanstenen leidden haar naar een geheime ingang, en met een bonzend hart sloop Lina naar binnen.
Hoofdstuk 6: De Confrontatie met de Schaduwheks
Binnen in het kasteel was het koud en donker. Lina voelde de kilte door haar heen trekken terwijl ze door de gangen liep. In een grote zaal zag ze de lantaarn, hoog op een pilaar, omringd door duisternis. En naast de pilaar stond de Schaduwheks.
De heks was gehuld in een zwarte mantel en haar ogen glinsterden kwaadaardig. “Wat doe jij hier, klein kind?” siste ze. “Denk je werkelijk dat je het licht kunt terugbrengen?”
Lina was bang, maar ze dacht aan de woorden van de lichtwezens. Ze zette een stap naar voren en zei: “Je kunt het licht niet voor altijd vasthouden. Het hoort niet bij jou. Geef de lantaarn terug aan het dorp.”
De heks lachte, maar net toen ze iets wilde zeggen, begon de lantaarn zachtjes te gloeien. Het leek te reageren op Lina’s moed. Het licht werd steeds sterker, en de duisternis van de heks begon te wijken.
Hoofdstuk 7: Het Herstel van de Lantaarn
Lina voelde zich gesterkt door het licht van de lantaarn en liep zonder aarzeling naar de pilaar. De Schaduwheks probeerde haar tegen te houden, maar het licht werd zo fel dat ze terugdeinsde en in haar eigen schaduw verdween. Lina greep de lantaarn vast, en op dat moment vulde een warme gloed de hele zaal.
De lantaarn straalde helderder dan ooit tevoren. De magie van het maanlicht vulde de ruimte en dreef de schaduwen weg. De Schaduwheks kon de kracht van het licht niet verdragen en loste op in de lucht, alsof ze nooit had bestaan.
Hoofdstuk 8: Het Dorp van het Licht
Met de lantaarn in haar handen liep Lina terug naar het dorp. De maan scheen helder aan de hemel en verlichtte haar pad. Toen ze het plein bereikte en de lantaarn ophing aan de oude eik, vulde het maanlicht opnieuw het dorp en het sprankelende patroon van magie verspreidde zich over Nachtlicht.
De dorpelingen juichten en bedankten Lina voor haar moed en vastberadenheid. Dankzij haar zou het dorp weer veilig zijn, en de lantaarn zou het maanlicht blijven vangen en in magie veranderen, zodat Nachtlicht voor altijd zou stralen.