Prinses Elara ontdekt dat de sterren boven haar paleis langzaam beginnen te verdwijnen. Wanneer ze een mysterieuze jongen ontmoet die zichzelf de Sterrenvanger noemt, gaan ze samen op een avontuur om de sterren terug te brengen naar de nachtelijke hemel.
Het verhaal
Prinses Elara zat aan het grote raam van haar torenkamer en keek naar de sterrenhemel, zoals ze dat elke avond deed. De sterren waren haar vrienden, en ze stelde zich vaak voor dat ze met hen door de hemel vloog, dansend tussen de sterrenstof. Maar die avond voelde het anders. De lucht leek leger dan anders.
Ze fronste. “Waar zijn de sterren?” fluisterde ze tegen zichzelf.
Elara wreef in haar ogen en staarde opnieuw naar de hemel. Er waren altijd duizenden sterren, maar vanavond leek de lucht leeg en donker. In plaats van de fonkelende sterrenzee zag ze slechts een handvol sterren, verspreid als verloren lichtpuntjes.
“Dat is vreemd,” mompelde ze. “Het is alsof ze verdwijnen.”
Ze rende de trap van de toren af, haar hart bonkend in haar borst. In de troonzaal vond ze haar vader, de koning, in gesprek met een aantal raadsheren. “Vader!” riep Elara terwijl ze naar hem toe rende. “De sterren verdwijnen!”
De koning glimlachte naar zijn dochter, maar schudde zijn hoofd. “Lieve Elara, sterren verdwijnen niet zomaar. Misschien zijn het gewoon wolken.”
Maar Elara wist het zeker. De sterren waren echt verdwenen, en niemand leek het door te hebben behalve zij. Vastbesloten om te ontdekken wat er aan de hand was, trok ze die nacht haar mantel aan en glipte het paleis uit.
De lucht boven haar was donkerder dan ooit, maar er, net buiten de stadsmuren, zag ze een glimp van iets vreemds. Een jongen stond op een heuvel, gehuld in een lange, zilveren mantel, met een net in zijn hand dat leek te glinsteren als de nacht zelf. Hij gooide het net omhoog naar de hemel, en toen hij het terughaalde, zag Elara iets magisch: in het net zaten fonkelende sterren.
Verbaasd liep ze naar hem toe. “Wat doe je daar?” vroeg ze.
De jongen draaide zich om en glimlachte geheimzinnig. “Ik ben de Sterrenvanger,” zei hij zacht. “En ik probeer de sterren te redden voordat ze allemaal verdwijnen.”
Elara’s ogen werden groot. “De sterren verdwijnen echt! Maar waarom? Wat gebeurt er?”
De Sterrenvanger keek haar ernstig aan. “De sterren worden gevangen door de Schaduwen van de Nacht. Ze komen eens in de duizend jaar, sluipend en stil, en ze vangen het licht van de sterren. Als we niets doen, zal de hele hemel donker worden.”
“Dat kunnen we niet laten gebeuren!” zei Elara vastbesloten. “Kunnen we ze terugbrengen?”
De jongen knikte. “Ja, maar het is gevaarlijk. We moeten naar de Vallei van de Vergeten Lichten, waar de Schaduwen hun gevangen sterren bewaren. Daar kunnen we ze bevrijden.”
Elara slikte even, maar haar vastberadenheid was sterker dan haar angst. “Ik ga met je mee.”
Het Begin van hun Reis
De Sterrenvanger knikte en leidde Elara door donkere bossen en over stille rivieren. De nacht leek kouder en stiller dan ooit, alsof zelfs de wind bang was voor wat er gebeurde. Ze liepen uren, misschien wel dagen, totdat ze uiteindelijk aan de rand van een diepe vallei stonden.
In de verte zag Elara iets glinsteren, een zwak licht dat nauwelijks zichtbaar was in de duisternis. “Zijn dat… de sterren?” vroeg ze.
“Ja,” zei de Sterrenvanger. “De Schaduwen houden ze hier gevangen.”
Elara voelde een rilling over haar rug lopen. De vallei was omgeven door donkere, kronkelende mist, en in de schaduwen zag ze vormen bewegen – donkere, sluipende figuren die nauwelijks zichtbaar waren.
De Sterrenvanger pakte zijn net steviger vast. “We moeten voorzichtig zijn. De Schaduwen kunnen ons zien als we te dicht bij het licht komen.”
Elara knikte. “Hoe kunnen we de sterren bevrijden?”
De jongen glimlachte flauwtjes. “We moeten het hart van de Schaduw vinden. Daar, in het midden van de vallei, houden ze de grootste ster gevangen. Als we die kunnen bevrijden, zal het licht van de ster de andere sterren vrijlaten.”
Ze liepen samen verder, hun voetstappen zacht op de vochtige grond. De Schaduwen kwamen dichterbij, maar ze bleven in beweging, vermijdend, stil. Uiteindelijk bereikten ze het midden van de vallei. Daar, in een cirkel van donkere stenen, hing de grootste ster die Elara ooit had gezien. Het licht van de ster was zwak, bijna uitgeblust, maar het glinsterde nog steeds hoopvol.
“Daar is het,” fluisterde de Sterrenvanger. “We moeten de ster bevrijden, maar de Schaduwen zullen ons proberen tegen te houden.”
Elara haalde diep adem. “Ik ben klaar.”
Samen stapten ze de cirkel in, maar de Schaduwen hadden hen door. Donkere, kronkelende vormen schoten naar hen toe, hun kille aanwezigheid liet de temperatuur dalen. Elara voelde een golf van angst, maar ze zette door. “We kunnen dit,” fluisterde ze tegen zichzelf.
De Sterrenvanger gooide zijn net omhoog, maar de Schaduwen grepen naar hem, proberend hem te stoppen. Elara zag hun duistere handen dichterbij komen, maar plotseling herinnerde ze zich iets. De sterren… de sterren hadden altijd gezegd dat ze nooit bang hoefde te zijn zolang ze hun licht volgde.
“Het licht!” riep Elara. “We moeten het licht van de ster sterker maken!”
De Sterrenvanger keek haar verbaasd aan, maar knikte toen. “Hoe?”
Elara wist het niet zeker, maar ze voelde diep van binnen dat dit het antwoord was. Ze liep naar de gevangen ster en legde haar handen op het koude licht. “Denk aan het licht,” fluisterde ze. “Denk aan de sterren die ons altijd vergezellen.”
Het licht van de ster begon te flikkeren. Elara dacht aan haar avonden in de torenkamer, kijkend naar de sterren, en aan het gevoel van vreugde en veiligheid dat ze altijd gaf. Langzaam begon het licht van de ster sterker te worden. De Schaduwen trokken zich terug, sissend van woede, terwijl de ster steeds feller begon te schijnen.
De Sterrenvanger glimlachte naar haar. “Het werkt!”
Met een laatste flits brak de ster los uit haar gevangenis en schoot de lucht in. Het licht vulde de vallei, en met dat ene licht werden de andere sterren ook bevrijd. Eén voor één keerden ze terug naar de hemel, totdat de lucht weer vol zat met fonkelende sterren.
De Schaduwen waren verdwenen.
De Sterren Keerden Terug
Elara en de Sterrenvanger stonden samen aan de rand van de vallei, kijkend naar de hemel die nu weer schitterde zoals hij hoorde. De Sterrenvanger keek naar Elara en glimlachte. “Dankzij jou zijn de sterren gered.”
Elara voelde zich trots. “We hebben het samen gedaan.”
De Sterrenvanger knikte. “Maar zonder jouw geloof in het licht zouden we het niet hebben gered.”
Elara glimlachte. “De sterren hebben me altijd beschermd. Het was tijd om hen te helpen.”
Die nacht keerde Elara terug naar haar paleis, wetend dat de sterren altijd zouden blijven schijnen, dankzij haar moed en het geloof in het licht.