Een eeuwenoude eik in het park van hun dorp blijkt een magische ingang te verbergen naar een ondergrondse wereld vol wonderlijke wezens. Een broer en zus ontdekken de ingang en worden meegezogen in een avontuur om de ondergrondse wereld te beschermen tegen een dreigend gevaar.
Het verhaal
Hoofdstuk 1: De Oude Eik
Lise en Tom woonden in een klein, vredig dorp, omringd door glooiende heuvels en velden vol wilde bloemen. Maar er was één plek waar ze altijd naartoe gingen: het oude park, in het midden van het dorp. Daar stond een grote, eeuwenoude eik. De dorpelingen geloofden dat de eik magische krachten had, maar niemand wist precies wat die krachten waren.
Op een zonnige middag besloten Lise en Tom naar het park te gaan om bij de eik te spelen. Ze hadden altijd het gevoel dat er iets speciaals was aan die boom. De dikke takken leken te fluisteren in de wind en de knoestige stam vertelde verhalen van vroeger.
“Zou het waar zijn dat er een geheim in de boom verstopt zit?” vroeg Tom, terwijl hij naar de boom keek.
Lise haalde haar schouders op. “Misschien, maar we hebben hier al zo vaak gespeeld en nooit iets bijzonders gevonden.”
Net op dat moment blies er een sterke windvlaag door de boom, en een van de lage takken zwaaide opzij. Daar, verborgen tussen de wortels van de oude eik, zagen ze een opening in de grond. Hun nieuwsgierigheid was gewekt.
“Zou dat… een ingang zijn?” vroeg Lise, met grote ogen.
“Er is maar één manier om erachter te komen,” antwoordde Tom, en zonder aarzelen kropen ze door de smalle opening.
Hoofdstuk 2: De Ondergrondse Wereld
De tunnel leidde hen dieper en dieper de aarde in. Het werd steeds donkerder, maar net toen ze dachten dat ze moesten terugkeren, zagen ze een zachte gloed aan het einde van de tunnel. Toen ze het licht bereikten, bevonden ze zich in een wonderlijke ondergrondse wereld.
Rondom hen stonden gigantische, lichtgevende bloemen en kronkelden magische planten langs de muren. Kleine wezens met vleugels, die op lichtgevende vlinders leken, fladderden rond, en er klonk zacht gezang vanuit de diepte van het bos.
“Dit is… ongelooflijk,” fluisterde Lise. “We zijn in een andere wereld.”
Terwijl ze verder liepen, hoorden ze geritsel in de struiken. Plotseling sprong een klein wezentje met groene ogen en lange oren voor hen. Het wezen had een glimlach op zijn gezicht en droeg een staf die leek te glinsteren.
“Ik ben Miro, de beschermer van deze wereld,” zei het wezentje trots. “Jullie hebben het geheim van de eik ontdekt. Maar jullie zijn hier op een belangrijk moment gekomen.”
“Wat bedoel je?” vroeg Tom.
“Deze wereld staat op het punt vernietigd te worden,” legde Miro uit. “Een oude vijand, de Schaduwkrijger, is van plan om het licht van de ondergrondse wereld te stelen. Als dat gebeurt, zal alles hier in duisternis verdwijnen.”
Hoofdstuk 3: Het Dreigende Gevaar
Miro nam Lise en Tom mee naar een groot, open plein waar andere wezens zich hadden verzameld. Ze zagen elfen, dwergen en andere magische figuren die diep in overleg waren. Iedereen maakte zich zorgen over de Schaduwkrijger, een kwaadaardig wezen dat in de duisternis leefde en alles in zijn pad opslokte.
“Hij heeft al het noordelijke deel van onze wereld overgenomen,” zei een oude elf somber. “Zijn leger van schaduwen rukt steeds verder op.”
Lise keek naar Tom. Ze begreep dat dit avontuur veel groter was dan ze hadden verwacht. “Hoe kunnen wij helpen?” vroeg ze aan Miro.
“Jullie zijn van boven de grond,” antwoordde Miro. “En alleen degenen van de bovenwereld kunnen het Zwaard van Licht hanteren, dat diep in het hart van de ondergrondse wereld ligt verborgen. Alleen met dat zwaard kunnen we de Schaduwkrijger stoppen.”
Tom slikte. Het idee om een zwaard te gebruiken tegen een machtig wezen klonk angstaanjagend, maar hij wist dat ze moesten helpen. “Breng ons naar dat zwaard,” zei hij vastberaden.
Hoofdstuk 4: De Zoektocht naar het Zwaard
De reis naar het hart van de ondergrondse wereld was lang en vol gevaren. Ze moesten door diepe grotten vol vallende rotsen en over glibberige bruggen van wijnstokken. Lise en Tom werkten samen, hielpen elkaar waar nodig, en vertrouwden op Miro’s leiding.
Na uren van reizen bereikten ze een enorm, oud kasteel dat straalde met een helder, magisch licht. Binnenin, op een stenen altaar, lag het Zwaard van Licht. Het zwaard glinsterde in alle kleuren van de regenboog.
“Alleen jij kunt het oppakken,” zei Miro tegen Tom.
Met trillende handen liep Tom naar het altaar en pakte het zwaard. Op het moment dat hij het aanraakte, voelde hij een warmte door zijn hele lichaam stromen. Het voelde alsof het zwaard voor hem was gemaakt.
“Nu moeten we ons voorbereiden op de strijd,” zei Miro. “De Schaduwkrijger zal snel hier zijn.”
Hoofdstuk 5: De Eindstrijd
Niet lang nadat ze het zwaard hadden gevonden, dook de Schaduwkrijger op. Hij was groter dan ze hadden verwacht, een enorme, zwarte schaduw met gloeiende rode ogen. Achter hem fladderden talloze kleine schaduwfiguren, klaar om de ondergrondse wereld te verzwelgen.
Lise en Tom stonden zij aan zij met Miro en de andere magische wezens. “We kunnen dit,” fluisterde Lise, terwijl ze naar Tom keek.
De strijd was fel. De Schaduwkrijger stuurde zijn schaduwen op hen af, maar met het Zwaard van Licht in zijn handen kon Tom de aanvallen afweren. Elke keer dat hij het zwaard zwaaide, verspreidde er zich een stralend licht dat de schaduwen deed verdwijnen.
Maar de Schaduwkrijger gaf niet op. Hij viel Tom direct aan, en het leek alsof alles verloren was. Net op het moment dat de duisternis hen bijna had opgeslokt, sprong Lise naar voren en gooide een lichtgevende steen, die ze onderweg had gevonden, naar de Schaduwkrijger. De steen raakte hem recht in het midden van zijn borst, en hij gaf een oorverdovend geschreeuw. Het Zwaard van Licht begon feller te schijnen dan ooit tevoren, en met een laatste zwaai verbrijzelde Tom de Schaduwkrijger in een wolk van rook.
Hoofdstuk 6: De Wereld Gered
De ondergrondse wereld was gered. Het licht keerde terug, en de magische wezens juichten van vreugde. Miro bedankte Lise en Tom voor hun moed. “Jullie hebben niet alleen deze wereld gered, maar ook de wereld boven de grond,” zei hij met een glimlach. “De krachten van de Schaduwkrijger hadden zich snel naar jullie wereld kunnen verspreiden.”
Terug bij de oude eik namen Lise en Tom afscheid van Miro en de andere wezens. Ze beloofden dat ze het geheim van de eik zouden bewaren en alleen terug zouden keren als ze opnieuw nodig waren.
“Wat een avontuur,” zei Tom terwijl ze naar huis liepen.
“Denk je dat we ooit nog zoiets zullen meemaken?” vroeg Lise.
“Ik hoop het wel,” antwoordde Tom met een glimlach.
Ze wisten dat de wereld vol geheimen was, en de oude eik zou altijd hun magische poort naar avontuur blijven.